Medisch personeel dat een felverlichte ziekenhuisgang uit loopt Medisch personeel dat een felverlichte ziekenhuisgang uit loopt
Deel 2

Zorggerelateerde infecties de wereld uit helpen: de uitdagingen die ons te wachten staan

In het tweede deel van ons interview vertelt professor Assadian meer over de toenemende resistentie tegen antibiotica en de verschillende mogelijkheden die zorginstellingen hebben om infecties te bestrijden.

Zorggerelateerde infecties waren lang vóór COVID-19 al een probleem en zullen dat ook blijven wanneer de pandemie voorbij is. In het eerste deel van ons interview met professor Ojan Assadian hadden we het over hoe het op dit moment gesteld is met de bestrijding van zorggerelateerde infecties en de problemen die hij in de toekomst voorziet. In het tweede deel vertelt professor Assadian meer over de toenemende resistentie tegen antibiotica en de verschillende mogelijkheden die zorginstellingen hebben om infecties te bestrijden.

HARTMANN: In hoeverre is de toenemende antibioticaresistentie een belangrijke factor? We horen hier veel over. Dit is een belangrijke nieuwe bedreiging.

Prof. Assadian: Antibioticaresistentie is volgens de Wereldgezondheidsorganisatie een van de grootste uitdagingen voor de gezondheidszorg in de toekomst die de hoogste prioriteit moet krijgen. Antibiotica waren zes decennia lang gewoon uitstekende medicatie. Maar, om een lang verhaal kort te maken, we moeten toegeven dat we antibiotica te veel en vaak verkeerd gebruikt hebben in de gezondheidszorg voor de mens en op veel andere gebieden, met een significante selectie en distributie van antibioticaresistente bacteriën. Geweldige antibiotica zoals benzylpenicilline kunnen daardoor vaak niet meer therapeutisch worden gebruikt.

Een ander probleem is dat in de afgelopen tien jaar veel klinisch microbiologische laboratoria in Europa en Noord-Amerika zijn gesloten. Om antibiotica goed te gebruiken, moet idealiter eerst de juiste diagnose worden gesteld en worden vastgesteld welk organisme de oorzaak is. Als je het resistentiepatroon of de gevoeligheid van het veroorzakend organisme niet kent, moet je een antibioticum empirisch selecteren. En empirisch wil dan zeggen: ik heb geen flauw idee of dit werkt of niet. We proberen het gewoon. En als ik het mis heb en ik geef een te lage dosering van het ongeschikte antibioticum, dan leidt dat tot resistentie.

We hebben nu echter nieuwe antibiotica met slimme mechanismen, bijvoorbeeld een geneesmiddel zoals cefiderocol, dat als een Trojaans paard werkt en de moleculaire structuur van ijzer nabootst. Bacteriën zien het als ijzer, dat ze nodig hebben voor hun metabolisme, waardoor ze het actief opnemen. Wat interessant is, is dat dit antibioticum een van de nieuwe klassen is waarbij marktgoedkeuring niet automatisch is gekoppeld aan een indicatie zoals longontsteking of wekedeleninfectie. Het moet specifiek worden gebruikt na identificatie van het micro-organisme en het bepalen van de gevoeligheid.

Ik denk dat nieuwe, slimme antibiotica zullen helpen het probleem van antibioticaresistentie aan te pakken. We moeten echter ook op het punt van zorg gaan testen op de gevoeligheid voor antibiotica.

Er is dus nog veel werk aan de winkel op dat gebied en preventie is daarom van essentieel belang. Laten we eens kijken hoe het probleem in de dagelijkse praktijk kan worden beheerst. Wie speelt er in zorginstellingen de grootste rol in de preventie van infecties en welk risico vormen de bezoekers van patiënten?

In zorginstellingen is het antwoord eigenlijk heel eenvoudig: iedereen die er werkt en voor de patiënt zorgt, moet meedoen aan infectiepreventie en moet begrijpen wat hij of zij doet. Bij het ontwikkelen of implementeren van dergelijke strategieën, spelen de afdelingen voor infectiepreventie en -beheersing natuurlijk een cruciale rol.

Wat de bezoeker betreft: als er een uitbraak is, zegt het personeel automatisch dat het bij de bezoekers vandaan komt, terwijl de bezoekers zeggen dat het aan het personeel ligt. En als je het de bacteriën zou vragen, zouden die zeggen dat het een ingewikkeld, maar voor hen zeer gunstig proces was.

Er zijn twee belangrijke punten als het om de bezoekers gaat. In de eerste plaats is het de laatste jaren bij veel zorginstellingen al standaard om bezoekers te betrekken bij handhygiëne, met visuele herinneringen en eenvoudige toegang tot handgel op basis van alcohol. In de twee plaats zijn er door COVID-19 veel minder bezoekers. En medisch personeel zal het ermee eens zijn dat de gecontroleerde en kleinere stroom van ziekenhuisbezoekers een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het terugdringen van zorggerelateerde infecties. Daarom moeten we misschien ook na de pandemie het aantal bezoekers beperken en duidelijk maken wie wel op bezoek mag komen en hoe.

Als we het over preventie hebben, welke rol kunnen digitale ondersteuningstools daarbij spelen? Kunnen die nog een verschil maken?

Een groot verschil zelfs. Digitale tools kunnen een rol spelen in infectiepreventie en ook in het verbeteren van de diagnostiek en behandeling. De infectiebeheersingsteams in de ziekenhuizen spelen een cruciale rol in het beoordelen van de bruikbaarheid van dergelijke tools.

Vrijwel alle zorginstellingen hebben wel bepaalde instrumenten om het prevalente bacteriële spectrum en de resistentie daarvan te meten. Dat is geen hogere wiskunde. Maar aan de andere kant zijn er ook systemen voor kunstmatige intelligentie (AI) die kunnen helpen bij de diagnose en de selectie van antibiotica. Tot nu toe heb ik echter alleen nog maar gezien dat die AI-tools door individuen worden gebruikt, niet systematisch in de hele organisatie. Daar moeten we echt nog mee aan de slag.

Wat ik persoonlijk graag zou willen zien, is het gebruik van een automatische methode voor toezicht op basis van AI, in plaats van het handmatig verzamelen van data, patiënt voor patiënt. Dat zou echt een grote impact kunnen hebben op veel uitdagingen.

Hartelijk bedankt professor Assadian voor de interessante uiteenzetting.

Dit is misschien ook interessant